Doorgaan naar hoofdcontent

Vleesetende Plantjes de oplossing voor kleine Insecten in Huis?



Ik zie net op Facebook een reclame van de Aldi in België en die brengt me op een idee en een vraag. Vleesetende Plantjes is dit de oplossing voor vliegen in Huis! 
En mijn vraag is eten die ook Vlooien?


Opvallende aanbieding in de nieuwste folder van Aldi: de vleesetende plantjes Sarracenia (of trompetbekerplant) en Dionaea (of venusvliegenvanger).
Van de twee levert de Dionaea ongetwijfeld het grootste spektakel. Terwijl de Sarracenia de vliegen gewoon in haar trompetvormige koker lokt en verteert, werken de bladeren van de Dionaea als een heuse val. Wanneer de voelhaartjes op de bladeren binnen de 20 seconden twee keer worden aangeraakt door een insect, klapt de val dicht. Tussen de bladeren wordt het insect vervolgens verteerd.

Een plantje kost 2,79 euro per stuk.





Vleesetende plant
Vleesetende of carnivore planten zijn planten die naast voedingsstoffen uit de grond ook kleine dieren (meestal insecten of spinnen) vangen en verteren. Deze carnivoren hebben gemeen dat
  1. de prooi wordt gelokt,
  2. de prooi wordt vastgehouden en gedood,
  3. de prooi wordt zelfstandig verteerd, en
  4. de opgeloste voedingsstoffen worden door de plant opgenomen.
Men vindt vleesetende planten meestal in gebieden met een stikstofarme bodem, zoals moerassen. De planten komen overal ter wereld voor, maar zijn tegenwoordig zeldzaam geworden door het verdwijnend habitat: het voedselarme ven.
De echte vleesetende planten zijn geëvolueerd in ten minste 10 gescheiden afstammingen. Deze zijn nu vertegenwoordigd door meerdere geslachten in 5 families. Ze beschikken over 630 soorten die hun prooi lokken, vangen en verteren.
Er bestaan ook semicarnivore planten. Aan dit woord worden twee betekenissen toegekend:
  • planten die wel dieren vangen, maar ze niet zelf verteren. Sommige soorten gebruiken hiervoor bacteriën die op de bladeren wonen. Andere vormen een biotoop voor insectjes die de gevangen insecten opeten en weer uitpoepen. De plant leeft van deze mest. Bijvoorbeeld Brocchinia reducta.
  • planten die dieren vangen en verteren, maar ook in leven blijven zonder dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld het vetblad (Pinguicula vulgaris).

Soorten vallen


Kleverige val van een zonnedauw

Kleefval

Een kleefval bestaat uit een kleverige afscheiding die uit iets verdikte de kop van kleine haartjes komt. De afscheiding verspreidt een geur die insecten aanlokt. Als een insect ermee in aanraking komt blijft het kleven en doordat het diertje zichzelf probeert te bevrijden komt het alleen maar meer onder het kleefsel te zitten. Wanneer een prooi gevangen is plooit het blad zich langzaam (in enkele dagen) om het insect, om zo een maximale oppervlakte te beslaan. De afscheiding van enzymen zorgt voor de vertering. Planten met dit mechanisme zijn: ZonnedauwVetbladDrosophyllum en Byblis.

De Venus vliegenvanger

Dichtklappende val

Een klapval bestaat uit twee bladhelften die snel kunnen dichtklappen. Binnenin zitten per blad 3 tot 9 voelhaartjes. Als een haartje in korte tijd meerdere malen wordt aangeraakt, klapt het mechanisme dicht. Regendruppels en windvlagen gaan te langzaam en "werken" dus niet. De planten kunnen dichtklappen in 0,5 tot 30 seconden, dat is verschillend per plant. Tussen de dichtgeklapte bladeren komt een afscheiding vrij die het insect verteert. De enige planten met dit mechanisme zijn de Venusvliegenvanger (Dionaea muscipula) en Aldrovanda vesiculosa.

De Kleine Zonnebeker

Bekerval

Een bekerval is een bekervormig blad dat een valkuil vormt in de vorm van een beker. Als een insect erin valt, kan het er door de gladde wanden en de nauwe ruimte niet meer uit en wordt het verteerd. Soms zit er ook water in de val waardoor het insect verdrinkt. De Trompetbekerplant (Sarracenia) groeit in Noord-Amerika en heeft langwerpige vallen. De tropische bekerplant Nepenthes groeit in Afrika en Azië en heeft bekers gevuld met water aan het uiteinde van zijn bladeren, waar de prooi in verdrinkt en verteerd wordt. De Zonnebekerplant (Heliamphora) groeit in Zuid-Amerika en heeft soortgelijke vallen als de trompetbekerplant.


De onderwaterval van het Groot blaasjeskruid

Zuigval

Zuigvallen functioneren onder water. Planten met dit mechanisme hebben binnen de door het blad gevormde holte onderdruk die bij aanraking door een prooidier plotseling wordt opgeheven. Hierdoor worden water en eventuele prooidieren naar binnen gezogen. Blaasjeskruid(Utricularia) is het enige geslacht dat van dit principe gebruik maakt.

Genlisea violaceaval en bladeren

Fuikval

Hierbij is de binnenkant met naar binnen gerichte, stevige haren bezet, waardoor de dieren minder makkelijk weer naar buiten kunnen. Voorbeeld: het in tropisch Afrika en Zuid-Amerika voorkomende geslacht Genlisea met ca. 20 soorten.

Kweken

Er bestaan verschillende manieren om vleesetende planten te kweken.
  • Zaaien: Door de bloemen van twee vleesetende planten van dezelfde soort tegen elkaar te vegen, worden ze beiden bevrucht. Na een tijdje zal er dus zaad ontstaan. Dit kan men uitstrooien op een voedselarm grondmengsel. Hierna moet men de grond voldoende vochtig houden met gedestilleerd water of gedemineraliseerd water. Regenwater volstaat ook maar absoluut geen kraanwater omdat er te veel kalk in zit.
  • Bladstekken: Men snijdt hierbij een blad af, zo dicht mogelijk bij zijn basis. Hierna legt men het blad op de grond en strooi er wat van de grond over. Na een tijdje zullen er knoppen worden gevormd.
  • Wortelstekken: Doordat de plant de helft van zijn wortels kan missen, kunnen we de plant ook kweken door een stuk van de wortel af te snijden en ergens anders te planten. Met een stuk van ongeveer 5 cm moet dit lukken.
In het begin kan men het best een plastic zak om de pot aanbrengen zodat de lucht vochtig genoeg is. Zet het niet in felle zon maar wel op een plaats met voldoende licht.
Vleesetende planten worden gekweekt om te kunnen verkopen als kamerplant of gewoon voor hobbyisten. Veel soorten zijn zeer geschikt als kamerplant omdat ze vaak mooie vormen en kleuren hebben. Ze groeien bovendien goed bij kamertemperatuur. Het in leven houden van Nepenthes-soorten is echter wat moeilijker aangezien deze planten bij onvoldoende luchtvochtigheid stoppen met het vormen van bekers. Hierdoor kunnen ze geen dieren meer vangen en krijgen een tekort aan de mineralen die ze normaal gesproken uit de insecten halen. Het is niet mogelijk om deze stoffen aan de grond toe te voegen, omdat de planten hier niet tegen kunnen.
De International Carnivorous Plant Society (ICPS) is een internationale vereniging die zich richt op de promotie van alle aspecten betreffende vleesetende planten.

Soorten per familie

Externe link


Vleesetende planten: soorten en hun verzorging
Last van vliegen in huis? Vleesetende planten kunnen u helpen. Ze zijn de meeste insecten te snel of te slim af.
Vleesetende of insectenvangende planten zijn in staat om te overleven op een zeer voedselarme bodem. Dat is mogelijk, omdat ze insecten als voedingsbron gebruiken. Bijkomend voordeel hiervan is dat ze geen plantenvoeding nodig hebben.

Elke soort gebruikt een andere manier van lokken, vangen en verteren van de prooi. Dionaea of de venusvliegenvanger heeft bijvoorbeeld vangbladeren, die razendsnel dichtslaan. De Drosera-familie heeft weer bladeren met tentakels waar de insecten aan blijven kleven. De bladeren van Sarracenia hebben de vorm van een beker om insecten te vangen. Ook Nepenthes maakt gebruik van bekers, die aan de bladuiteinden hangen. Gelijksoortige vangtechnieken zijn te vinden bij Cephalotus, Heliamphora en Darlingtonia.
SpectaculairVleesetende planten worden voornamelijk gekocht vanwege de spectaculaire vormen en bladkleuren. De meeste planten kunnen wel bloeien, maar dit is voor de sierwaarde van ondergeschikt belang. Vernieuwing van het assortiment vindt vooral plaats bij Nepenthes x ventrata (ventricosa x alata) is de meest geteelde soort. Nieuwe soorten onderscheiden zich in afmetingen en kleuren. Nepenthes tobaica bijvoorbeeld is een minisoort met volledig groene bekers. Nepenthes 'Miranda' onderscheidt zich weer door grote, bont gekleurde bekers. Helaas worden deze nieuwe cultivars nog niet op naam aangevoerd.

Een belemmering voor de telers is het uitgangsmateriaal, dat afkomstig is van zaad of weefselkweek. De beperkte beschikbaarheid van zaad en weefselkweekplanten staat een snelle uitbreiding van nieuwe soorten en rassen in de weg.

Verzorgingstips
Vleeseters kunnen jarenlang plezier geven als men rekening houdt met enkele belangrijke leefregels:
1. Zet de plant op de zonnigste plek; zolang de planten over voldoende water beschikken is felle zon zelfs zeer welkom. Opgelet: Nepenthes is een tropische epyfiet en houd NIET van direct zonlicht.
2. Zet de plant in een wijde schotel met een laagje water. Hoe groter de pot, bak of schaal, hoe minder snel deze zal uitdrogen.
3. Laat de potgrond nooit uitdrogen. Geef geen water op de plant, maar in de schotel.
4. Gebruik bij voorkeur regenwater of zacht leidingwater. De planten verdragen geen kalk.
5. Geef nooit plantenvoeding!
6. Verpot de vleeseters elke een of twee jaar in grove turf. De beste periode is het voorjaar.
7. Verwijder afgestorven bruine blaadjes of kelken om schimmelgroei te voorkomen. 
De meeste vleeseters kunnen het hele jaar door in de huiskamer worden gehouden. Uitzonderingen hierop zijn de bekende venusvliegenval (Dionaea muscipula) evenals de trompetbekerplanten of Sarracenia’s en de cobralelie of Darlingtonia. Deze houdt men het beste tot het einde van de zomer op hun plek. Daarna is het raadzaam om ze enkele maanden op een koele plek te zetten (5 tot 10°C) en de aarde iets vochtig, maar niet drijfnat te houden. De badkamer, de slaapkamer of de garage kunnen hiervoor geschikt zijn. Deze planten houden namelijk een rustperiode tijdens de winter. Begin lente mogen ze worden teruggeplaatst, nadat ze in verse aarde zijn opgepot en ze de eerste tekenen van leven hebben gegeven. Na een rustperiode zullen ze beter groeien en bloeien. 

Dioneae / venusvliegenval
Vele carnivoren groeien in het voorjaar en de zomer ook buiten goed. Verschillende Sarracenia’s, Darlingtonia en de Dioneae kunnen het hele jaar door aan de rand van een vijver worden gehouden, mits ze afgehard zijn en vochtig worden gehouden. Houdt echter rekening met te harde wind en regen. De Sarracenia purpureae en de Sarracenia flava kunnen echter het ganse jaar rond buiten staan, ze zijn winterhard evenals de Drosera rotundifolia.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Breipatronen Visserstruien

Teek / Lyme (Voor de derde keer voor mijn kleren?)

Up-Side-Down Hyves Blog Stellendam